Met een goed gemikt mediaoffensief kondigt SRK deze week de volgende slag om de cliënt aan. De rechtsbijstandsverlener meldde in het FD dat het de markt voor juridische dienstverlening wil openbreken door haar advocaten ook te laten werken voor niet-verzekerden. Daarmee kondigt SRK niet alleen aan rechtstreeks met advocatenkantoren te willen gaan concurreren. Ze gaat ook openlijk de strijd met de Nederlandse Orde van Advocaten. Die laatste heeft aangekondigd de kwestie te gaan onderzoeken.
BrandMR
Sinds vorige week kunnen ook mensen die geen rechtsbijstandsverzekering hebben, aankloppen bij SRK. Onder de naam ‘BrandMR’ (Brand Meester) wordt juridische bijstand verleend tegen een vast tarief. Vooralsnog gaat het alleen om arbeidsrechtelijke zaken. Rechtzoekenden worden voor maximaal €3.383 geholpen. Met deze nieuwe propositie mikt SRK op mensen die tussen de wal en het schip vallen, omdat ze van de ene kant een te hoog inkomen hebben om in aanmerking te komen voor gefinancierde rechtsbijstand, maar van de andere kant niet genoeg geld hebben voor dure advocaten die werken met een uurtarief.
Het explosieve zit erin dat SRK aankondigt dat het werk niet alleen gedaan zal worden door juristen, maar ook door haar eigen interne advocaten. En daarmee gaat SRK rechtstreeks in tegen de regels van de Orde.
Onafhankelijkheid
Gedragsregels 2 voor de advocatuur schrijft in het verlengde van artikel 10a Advocatenwet voor dat advocaten moeten vermijden dat hun onafhankelijkheid in de uitoefening van hun beroep in gevaar komt. Dit uitgangspunt is nader uitgewerkt in artikel 5.9 en 5.11 van de Verordening op de Advocatuur waarin limitatief is opgesomd in welke vormen van dienstverband advocaten mogen werken.
De gedachte daarachter is natuurlijk dat advocaten zich niet laten leiden door bedrijfsbelangen maar alleen door de belangen van de cliënt en dus hun onafhankelijkheid bewaren. Zo mogen advocaten werken voor andere advocaten of voor een samenwerkingsverband van advocaten (kantoor). Advocaten mogen in loondienst van een gewoon bedrijf werken als ze alleen als advocaat voor die werkgever optreden en ze mogen voor een rechtsbijstandsverzekeraar werken maar dan alleen ten behoeve van de verzekerden. SRK wil haar advocaten nu dus ook laten werken niet-verzekerden.
Bezwaren van de Orde
De Orde vreest dat de onafhankelijkheid in gevaar kan komen als advocaten in loondienst van een rechtsbijstandsverlener, niet zijnde een advocatenkantoor, mensen bijstaat. Daarnaast zouden er ook bezwaren bestaan tegen het hanteren van een vast tarief. Dat zou tot een te hoge commerciële druk kunnen leiden. Als in een zaak het budget wordt overschreden, lijdt het bedrijf verlies en kunnen bedrijfsbelangen voor de belangen van de cliënt worden gesteld – is de redenering.
Problematisch?
Dat laatste bezwaar wijst SRK-directeur Peter Leermakers onmiddellijk van de hand. De prijzen worden vastgesteld op basis van jarenlange ervaring. Als het een moeilijke zaak wordt, verliest het bedrijf wat, als het een simpele zaak is, maakt het bedrijf winst. De onafhankelijk wordt daarmee volgens hem niet aangetast. Leermakers vraagt zich tegelijkertijd ook af waarom advocaten die al jaren werken voor mensen met een rechtsbijstandsverzekering opeens niet meer onafhankelijk zouden zijn als ze ook werken voor mensen zonder en dergelijke verzekering. Bovendien wordt de onafhankelijk binnen SRK volgens hem versterkt door een interne commissie, ondersteund door twee voormalige waarnemend dekens van de Orde.
Politiek
Vanuit de Tweede Kamer klinkt steun voor het initiatief van SRK. Met name het feit dat SRK met BrandMR een oplossing wil bieden voor particulieren die nu geen rechtsbijstand van een advocaat kunnen betalen, spreekt aan. Ook Minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker laat zich positief uit. Indien het initiatief van SRK ‘de hulpvraag van de rechtzoekende centraal stelt en tot een duurzame oplossing leidt’ dan is Dekker naar eigen zeggen bereid om aspecten van het initiatief in het rechtsbestel te implementeren. Daarnaast liet de Minister het FD weten van plan te zijn om met de Orde in gesprek te gaan over eventuele aanpassing van diens regels, als die het initiatief van SRK zouden verhinderen.
ACM
Het zou niet de eerste keer zijn dat de Orde haar regels onder druk van buitenaf zou moeten veranderen. Eind 2018 oordeelde de ACM na onderzoek dat de Orde de markt belemmerde door het provisieverbod – dat in hetzelfde Gedragsregel 2 is opgenomen –aan te grijpen om advocaten te verbieden een commissie te betalen aan zogenaamde ‘vergelijkingssites’. Onder druk van de ACM heeft de Orde haar toelichting op de regel vervolgens aangepast.
Het is de vraag of ook de bezwaren van de Orde tegen dit initiatief eenzelfde lot beschoren is. Het ‘vaste prijzen’ argument lijkt op eerste oog niet erg steekhoudend, omdat het de bedrijfsmatigheid van prijsstelling ontkent. Maar bij het vaststellen van Verordening is in elk geval wel expliciet overwogen dat het onwenselijk is als advocaten in loondienst van ‘gewone’ bedrijven cliënten bijstaan, omdat hun onafhankelijkheid dan in het geding kan komen.
Dit argument aanvoeren, zet echter de deur wel wagenwijd open voor de vraag naar de onafhankelijkheid van advocaten in loondienst van bijvoorbeeld advocatenkantoren zelf. Spelen de kantoorbelangen daar nooit een rol? Is het reëel te veronderstellen dat een medewerker, laat staan een advocaat-stagiaire, zich echt vrij voelt om kantoorbelangen altijd te negeren in het belang van de zaak van de cliënt?
De toekomst zal moeten uitwijzen hoe deze discussie beslecht wordt. Het lijkt niet ondenkbaar dat ook hier weer het belang van de rechtzoekende doorslaggevend zal zijn. Dat rechtsbijstand van een advocaat voor grote groepen onbetaalbaar is (groepen die alleen maar groter worden) valt nauwelijks te ontkennen. Uit onderzoek van het WODC zou blijken dat hetzelfde ook geldt voor kleine bedrijven, zo meldt het FD vanmorgen. Dat gegeven lijkt in elk geval de maatschappelijk druk alvast op te voeren.
Als SRK erin zou slagen deze slag te winnen, zou dat niet minder dan een aardverschuiving in de markt voor juridische dienstverlening teweeg kunnen brengen. Het laatste is hierover dus vast nog niet gezegd.
Heel interessant dit en ik denk ook zeker een goede ontwikkeling om eens met de bril van nu naar de regels van de orde te kijken en welk belang daar mee gediend wordt. Het belang van de klant staat voorop en de klant innoveert wel, maar de advocaten dat is nog maar de vraag. Dus wat mij betreft een goede ontwikkeling.