Welke procesadvocaat kijkt niet regelmatig in het Centraal Nevenfunctieregister van de Rechtspraak. Het is de logische volgende stap als de vraag “Welke rechter zit er op de zaak?” is beantwoord. Toch blijkt dat nevenfunctieregister vaak niet compleet te zijn. De reden lijkt eenvoudig: rechters melden hun bijbanen niet.
De verplichting voor rechters om hun nevenfuncties openbaar te maken door ze te laten registreren in het Nevenfunctieregister werd ingevoerd door toenmalig minister van Justitie Sorgdrager. De directe aanleiding daarvoor was het rapport Integriteit Rechtelijke Macht (IRM-rapport) van 1997. Een van de opstellers van dat rapport, Paul Ruijs, stelt in een interview met de Volkskrant dat het twintig jaar later slecht gesteld is met de transparantie van rechters. “Ik doe één onderzoekje en kom puur toevallig acht rechters tegen die hun functie niet opgeven,” kopt het artikel.
“Een rechtzoekende moet kunnen controleren of een rechter zich had moeten verschonen of kan worden gewraakt.”
Ruijs verbaast zich erover dat de wettelijke verplichting nevenfuncties openbaar te maken zo slecht wordt nageleefd en gecontroleerd. Zijn ‘onderzoekje’ leidde hem tot rechters die cursussen geven op advocatenkantoren. En dat is gek, zegt Paul Ruijs tegen de Volkskrant, want in 2013 hadden de gezamenlijke rechtbankpresidenten nog besloten dat het geven van zulke cursussen ‘onwenselijk’ zijn, om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. De aanleiding daarvoor zou het nieuws zijn dat uit een Fiod onderzoek was gebleken dat een rechter vele tienduizenden euro’s had bijverdiend met verzwegen neveninkomsten, onder meer bij advocatenkantoren.
Ook hoogleraar sanctierecht aan de Radboud Universiteit van Nijmegen Henny Sackers, bevestigt tegenover de Volkskrant dat het systeem van gewenste transparantie niet of nauwelijks wordt gecontroleerd. Rechters worden geacht hun nevenfuncties naar waarheid te melden. Er zou geen noodzaak moeten bestaan om dit te controleren, maar die is er blijkbaar wel. “Een rechtzoekende moet kunnen controleren of een rechter zich had moeten verschonen of kan worden gewraakt.”
De Raad voor de Rechtspraak laat volgens het artikel weten dat het schenden van de meldplicht voor nevenfuncties – voor zover bekend – nog nooit tot disciplinaire maatregelen heeft geleid.
Schrijf als eerste een reactie