window.dataLayer = window.dataLayer || []; function gtag(){dataLayer.push(arguments);} gtag('js', new Date());gtag('config', 'UA-145443559-1');
De uitspraak van het Gerechtshof Den Haag in de Klimaatzaak Urgenda kan in stand blijven. Dat adviseren plv. procureur-generaal Langemeijer en advocaat-generaal Wissink in hun conclusie aan de Hoge Raad. Het Gerechtshof oordeelde eerder dat de Nederlandse staat de uitspraak van broeikasgassen vóór het einde van 2020 met tenminste 25 procent moet verminderen ten opzichte van 1990. Aan die ondergrens heeft Nederland zelf meer dan 10 jaar vastgehouden in afspraken in internationaal verband. Het hof baseerde zijn oordeel op de rechtsplicht van de Staat om het leven en het gezinsleven van burgers in Nederland te beschermen. Die verplichtingen zijn onder meer vastgelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. Door dit advies is de kans groter dat ook de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof in stand zal laten. Als hij dat doet, dan zal het kabinet snel ingrijpende maatregelen moeten nemen. Stichting Urgenda meldt in een persbericht dat Nederland volgens het CBS eind 2018 pas op 15% reductie van de uitstoot van broeikasgassen zat. De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 20 december 2019.