window.dataLayer = window.dataLayer || []; function gtag(){dataLayer.push(arguments);} gtag('js', new Date());gtag('config', 'UA-145443559-1');
Op 24 oktober 2019 liet de rechtbank in Rotterdam NOS-verslaggever Robert Bas in gijzeling nemen, omdat hij weigerde als getuige antwoord te geven op vragen van de rechter. Het ging om vragen die Bas had gesteld aan een bron die werd afgeluisterd en die uiteindelijk in het dossier terecht waren gekomen van de vergismoord op ggz-directeur Rob Zweekhorst. Journalisten hebben geen beroepsgeheim maar kunnen zich in bepaalde gevallen wel beroepen op bronbescherming. Dit bekent dat een journalist niet antwoord hoeft te geven op vragen indien door de beantwoording zijn bron bekend zou worden. Bronbescherming werd als eerste erkend door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en staat opgenomen in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In dit artikel staat de vrijheid van meningsuiting vastgelegd waaruit bronbescherming is afgeleid. Pas in oktober 2018 is bronbescherming in Nederland wettelijk vastgelegd in artikel 218a lid 1 Wetboek van Strafvordering. Ondanks dat Bas uitdrukkelijk een beroep deed op die bronbescherming werd hij gegijzeld door de rechtbank. De rechter-Commissaris stelde dat het op verschoningsrecht lijkende bronbescherming niet van toepassing was omdat de bron al bij naam genoemd was. Een dag later werd Bas toch
De strafzaak tegen Shell draait om het vermoeden dat Shell-medewerkers honderden miljoenen hebben betaald aan bestuurders van Nigeria om hen om te kopen voor de exploitatie van een olieveld. De zaak heeft enorme vertraging opgelopen omdat de in-house advocaten in loondienst zijn van Shell zich beroepen op het verschoningsrecht. In 2016 zijn ten behoeve van de omkopingszaak stukken in beslag genomen waarin communicatie stond vastgelegd tussen de advocaten van Shell in Nederland, Nigeria en Groot-Brittannië met betrekking tot het olieveld. De in-house advocaten van Shell stelden dat de stukken vertrouwelijk moesten blijven in het licht van hun beroepsgeheim en dus verschoningsrecht. De FIOD en OM stelde eerder dit jaar dat het de advocaten enkel hun verschoningsrecht proberen in te zetten als procedureel wapen. Op 7 oktober 2019 velde de Rotterdamse Rechter-Commissaris een verstrekkend oordeel over de reikwijdte van het geclaimde verschoningsrecht: zowel de in Nederland werkzame buitenlandse advocaten van Shell als de buiten Nederland gevestigde advocaten van Shell kunnen zich volgens de rechter-commissaris niet op dat verschoningsrecht beroepen. De onafhankelijkheid van de advocaten is onvoldoende gewaarborgd, zo redeneerde de rechter-commissaris. Ten eerste omdat de in-house advocaten niet ingeschreven stonden op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten. Bovendien zijn
Dinsdag 29 oktober diende voor de rechtbank Den Haag de rechtszaak die acht partijen, aangevoerd door het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, hebben aangespannen tegen de Nederlandse staat vanwege het Systeem Risico Indicatie (SyRI). Dit systeem is ontworpen om fraude met sociale voorzieningen te helpen opsporen door met een algoritme gegevens van burgers in verschillende overheidssystemen te koppelen. De eisers stellen dat SyRI in strijd is met het recht op privacy van burgers en dat dit soort koppelgedrag dit recht in gevaar brengt. Het is volgens de eisers een stap in de richting van de “controlesamenleving”. Het recht op privacy Het recht op privacy is te vinden in meerdere Europese verdragen en de Nederlandse Grondwet. Zo stelt artikel 8 EVRM dat een ieder het recht heeft op bescherming van zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en correspondentie. Hetzelfde staat in het Handvest van Grondrechten van de Europese Unie. Het recht op privacy was ook de basis voor de in 2018 in werking gestelde Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en zijn Europese tegenhanger de GDRP. Duidelijk is dat de Europese wetgever de bescherming van privacy hoog in het vaandel heeft staan. Momenteel worden de regels voor privacy in
Voor velen is het onduidelijk of het heimelijk opnemen van een gesprek strafbaar is of niet. In dit blogje wordt duidelijk uiteengezet wat hier precies de regels voor zijn, wat je precies wel of niet mag en waar je rekening mee moet houden. Geen paniek: de regels zijn simpel en overzichtelijk! Je eigen gesprek Doe je zelf mee aan het gesprek dat je wilt opnemen? Dan mag je het gesprek opnemen zonder de ander hiervan op de hoogte te moeten stellen. Indien je niet zelf meedoet aan het gesprek, dan kan je onder andere een fixe boete opgelegd worden (tot wel 19.000 euro) op basis van artikel 139a Wetboek van Strafrecht. Je bent dan het gesprek aan het zogeheten ‘aftappen’. De hoogste straf die je opgelegd kan krijgen is een celstraf van zes maanden – geen pretje dus. Ook moet je zeker rekening houden met wat er precies wordt gezegd in het gesprek. Het kan namelijk toch strafbaar worden om een gesprek op te nemen als er privézaken worden besproken – deze lat ligt echter erg hoog. Sharing is caring? Naast het opnemen van het gesprek is het ook belangrijk wat je met de opname doet. Zo is het bijvoorbeeld
Hi! Mijn naam is Alexandra en ik ben 23 jaar oud. Momenteel studeer ik aan de UvA voor mijn master Informatierecht. Ik ben de master aan het afronden met een scriptie over ePrivacy en behavioural targeting. Interesse in dit onderwerp? Neem contact op met mij!
Naast mijn studie kan je mij veel vinden bij blended.law waar ik werk als Legal Innovation Booster. Daarnaast werk ik voor FORUM als blogger en redactielid. In mijn dagelijkse leven spendeer ik graag tijd met mijn familie en vrienden, ben ik een redelijk grote film-lover en sport ik veel.
Laatste reacties