De strafzaak tegen Shell draait om het vermoeden dat Shell-medewerkers honderden miljoenen hebben betaald aan bestuurders van Nigeria om hen om te kopen voor de exploitatie van een olieveld. De zaak heeft enorme vertraging opgelopen omdat de in-house advocaten in loondienst zijn van Shell zich beroepen op het verschoningsrecht. In 2016 zijn ten behoeve van de omkopingszaak stukken in beslag genomen waarin communicatie stond vastgelegd tussen de advocaten van Shell in Nederland, Nigeria en Groot-Brittanniƫ met betrekking tot het olieveld.
De in-house advocaten van Shell stelden dat de stukken vertrouwelijk moesten blijven in het licht van hun beroepsgeheim en dus verschoningsrecht. De FIOD en OM stelde eerder dit jaar dat het de advocaten enkel hun verschoningsrecht proberen in te zetten als procedureel wapen.
Op 7 oktober 2019 velde de Rotterdamse Rechter-Commissaris een verstrekkend oordeel over de reikwijdte van het geclaimde verschoningsrecht: zowel de in Nederland werkzame buitenlandse advocaten van Shell als de buiten Nederland gevestigde advocaten van Shell kunnen zich volgens de rechter-commissaris niet op dat verschoningsrecht beroepen. De onafhankelijkheid van de advocaten is onvoldoende gewaarborgd, zo redeneerde de rechter-commissaris. Ten eerste omdat de in-house advocaten niet ingeschreven stonden op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten. Bovendien zijn zij niet gebonden aan het Nederlandse tuchtrecht voor advocaten en is Shell niet als werkgever gebonden aan het professioneel statuut voor de advocaat in dienstbetrekking vanwege het ontbreken van de ondertekening. Het kan echter nog wel het geval zijn de betreffende stukken onder een afgeleid verschoningsrecht vallen indien de advocaten met externe geheimhouders hebben gecommuniceerd.
Namens Shell is onmiddellijk beroep ingesteld. Als dat beroep op het verschoningsrecht in de zaak van Shell niet zou slagen, zou dat verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor andere lopende zaken.
Shell
De strafzaak tegen Shell draait om het vermoeden dat Shell-medewerkers honderden miljoenen hebben betaald aan bestuurders van Nigeria om hen om te kopen voor de exploitatie van een olieveld. De zaak heeft enorme vertraging opgelopen omdat de in-house advocaten in loondienst zijn van Shell zich beroepen op het verschoningsrecht. In 2016 zijn ten behoeve van de omkopingszaak stukken in beslag genomen waarin communicatie stond vastgelegd tussen de advocaten van Shell in Nederland, Nigeria en Groot-Brittanniƫ met betrekking tot het olieveld.
De in-house advocaten van Shell stelden dat de stukken vertrouwelijk moesten blijven in het licht van hun beroepsgeheim en dus verschoningsrecht. De FIOD en OM stelde eerder dit jaar dat het de advocaten enkel hun verschoningsrecht proberen in te zetten als procedureel wapen.
Op 7 oktober 2019 velde de Rotterdamse Rechter-Commissaris een verstrekkend oordeel over de reikwijdte van het geclaimde verschoningsrecht: zowel de in Nederland werkzame buitenlandse advocaten van Shell als de buiten Nederland gevestigde advocaten van Shell kunnen zich volgens de rechter-commissaris niet op dat verschoningsrecht beroepen. De onafhankelijkheid van de advocaten is onvoldoende gewaarborgd, zo redeneerde de rechter-commissaris. Ten eerste omdat de in-house advocaten niet ingeschreven stonden op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten. Bovendien zijn zij niet gebonden aan het Nederlandse tuchtrecht voor advocaten en is Shell niet als werkgever gebonden aan het professioneel statuut voor de advocaat in dienstbetrekking vanwege het ontbreken van de ondertekening. Het kan echter nog wel het geval zijn de betreffende stukken onder een afgeleid verschoningsrecht vallen indien de advocaten met externe geheimhouders hebben gecommuniceerd.
Namens Shell is onmiddellijk beroep ingesteld. Als dat beroep op het verschoningsrecht in de zaak van Shell niet zou slagen, zou dat verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor andere lopende zaken.
Alexandra
blended.lawECLI nummer
Verschoningsrecht van in-house advocaten van Shell: uitspraak rechtbankInstantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
07-10-2019
Zaaknummer
10/997376-16 16/605
Rechtsgebieden
Strafrecht
Schrijf als eerste een reactie
Rechtspraak informatie
ECLI nummer
Verschoningsrecht van in-house advocaten van Shell: uitspraak rechtbankInstantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
07-10-2019
Zaaknummer
10/997376-16 16/605
Rechtsgebieden
Strafrecht
Andere commentaren